Het belang van schansspringen
Ik kijk bar weinig sport. Hoewel ik best bewondering heb voor sportieve prestaties, maakt het me simpelweg niet uit welk team wint. Deze levenshouding (ik noem het ‘geestelijk gezond’) schijnt sommige mensen tot op het bot te schokken. Zij vinden het om mij onduidelijke redenen van levensbelang om ‘voor’ Ajax te zijn en dus ’tegen’ Feijenoord, afhankelijk van waar je vandaan komt. Ik kom uit Sliedrecht, waardoor ik op jonge leeftijd dacht te zijn vrijgesteld van keuzes. Tot ik van mijn klasgenoten hoorde dat ik ‘voor Feijenoord’ moest zijn. Rotterdam was immers dichterbij.
Ik probeer af en toe nog wel eens ESPN aan te zetten om American Football te volgen. Het voordeel daarvan is dat niemand van me verwacht dat ik een voorkeur heb voor een bepaald team. Technisch gesproken zijn de New York Jets dichterbij dan de Texas Rangers, maar hoeveel mensen gaan dit werkelijk op Wikipedia uitzoeken?
American Football is objectief zeker niet leuker is om te kijken dan ons voetbal. Het kost zelfs meer inspanning, want door het grote aantal onderbrekingen (met reclame) moet je behoorlijk wat ritalin slikken om halverwege nog te weten wie tegen wie speelt. Niet dat dat wat uitmaakt, maar toch.
Eén sport vind ik echter onmisbaar. Schansspringen. Aangezien we het einde van het jaar naderen, komt ook die traditionele sportuitzending dichterbij. Schansspringen is een geweldige sport met een aantal voordelen boven alle andere sporten.
1) Er zijn geen teams. Dit is geweldig, want teams zijn toch fundamenteel oplichterij. Iemand kan jarenlang voor het ene team spelen en daar de held zijn, om vervolgens na een ’transfer’ in het strijdperk te treden voor voorheen de concurrent. Nee, schansspringen is individueel. En er zijn ook geen Nederlanders om ‘voor’ te moeten zijn. Het zijn allemaal anonieme springers uit andere landen waar ik geen enkele emotionele band mee heb.
2) Er zijn geen punten die door scheidsrechters om esoterische redenen worden afgekeurd. Er is bij mijn weten ook nog nooit een schansspringer buitenspel geweest. Wie het verst komt heeft gewonnen. Feitelijk kun je het overgrote deel van het scherm afplakken zodat alleen de afstand in beeld is, en je weet precies wat er gaande is.
2b) Het is ab-so-luut niet nodig om te weten wat er gaande is. Ik zou zelfs met een pistool op mijn hoofd geen winnaar kunnen noemen van wat voor springtoernooi dan ook. En zo wil ik het houden.
3) Het is een sport die je daarom per definitie kijkt als je volslagen brak bent. Ik heb wel eens gehoord dat het twee uur duurt om een glas alcohol in je lichaam af te breken. Volgens die berekening ben ik traditioneel op nieuwjaarsdag nog niet wettelijk bevoegd om auto te rijden, en fysiek is de enige inspanning die ik kan leveren die van het aanzetten van een televisie, het verlagen van het volume en me inbeelden dat ik meevlieg met de moedige springers op tv. Als beloning voor mijn meeleven met al die geslaagde vluchten mag ik bij iedere landing een oliebol.
Schansspringen is mijn mentale screensaver voor het begin van het jaar. Een ’tijdelijk buiten gebruik’ bordje voor mijn brein, terwijl ik probeer in het reine te komen met het besef dat ik bijna 39 ben.
Schansspringen is de beste sport die er bestaat.