Genoegen

Genoegen

Telefoon. Ik neem op.
“Met Harry.”
“Heb ik het genoegen om met meneer Hol?” zegt een vrolijke jongeman aan de andere kant van de lijn.
Ik wacht. De zin is duidelijk nog niet afgelopen. De lijn blijft echter stil.
“Eh, heb ik het genoegen met meneer Hol?”
“te spreken…?” vul ik aan.
“Pardon? Heb ik het genoegen met meneer Hol?”
“Te spreken,” zeg ik. “En dat weet ik niet.”
“Ik heb niet het genoegen met meneer Hol?”
Ik wacht weer even om de jongeman de kans te geven zijn zin af te maken.
“Bent u er nog?” zegt de jongeman onzeker.
“Ja hoor,” zeg ik.
“Ah,” zegt de jongeman opgelucht. “En heb ik het genoegen met meneer Hol?”
“Wat?” zeg ik.
“Wat?” zegt de jongeman.
“Heeft u het genoegen, wat,” zeg ik.
“Meneer Hol?” zegt de jongeman.
“Ja?” zeg ik.
“Ah ik heb dus het genoegen met meneer Hol?”
“Te spreken,” zeg ik nogmaals.
“Meneer Hol?”
“Ja,” zeg ik.
“Dus… ik heb inderdaad het genoegen met meneer Hol?”
“Genoegen?” zeg ik.
“Ja,” zegt de jongeman.
“Nou oké dan,” zeg ik.
“Ik heb een leuke aanbieding voor u,” zegt de jongeman.
“Het was me een waar genoegen,” zeg ik.

Eén gedachte over “ Genoegen

  1. Zooooo herkenbaar! Geweldig. Ik heb deze conversatie nu al honderden keren gevoerd met callcentermedewerkers. Ze begrijpen me niet, ook al leg ik het geduldig en langzaam uit. Ik smeek ze het belscript aan te passen, om door te geven aan de leidinggevenden dat het nogal dom overkomt, maar het kwartje wil maar niet vallen. Van de week zei er zelfs iemand dat het goed is, dat het gewoon een soort volkstaal is. Toen ik zei dat ze toch ook niet ‘hun gaan’ ofzoiets in hun script gaan zetten – ietsje gebruikelijker als volkstaal – was hij wel even stil. Maar heel lang stil is een callcentermedewerker nooit.

Reageren is niet mogelijk.

Reageren is niet mogelijk.