About last night

About last night

Ken je dat gevoel dat je opeens in een situatie zit en héél even van buitenaf naar jezelf kijkt en denkt ‘hoe ben ik hier terecht gekomen?’ Ik stond gisteravond in het  Vestzaktheater in Enschede, waar ik voor een volle zaal in het Engels standup-comedy deed, en waarbij de hele zaal hard om mijn act moest lachen.

Eigenlijk kan ik er met mijn verstand niet bij dat ik dit nu regelmatig doe. Dat het bij mijn leven hoort. Ik schreef al eerder dat ik dit niet doe omdat ik verwacht een grote ster te worden. Ik doe dit omdat ik enorm geniet van het leren en verbeteren. Het sleutelen aan de grappen, beter worden in mijn performance, leren wat mijn grootste valkuilen zijn.

En natuurlijk voor de enorme kick van het spelen voor een publiek dat even helemaal met me meegaat in mijn grappen en verhalen.

Er zit echter voor mij nog meer in dan dat. Het voelt als een soort opnieuw uitvinden van mezelf. Leren open te staan. Beter te communiceren. Omgaan met falen, met feedback, maar ook met succes. 

Dat laatste klinkt misschien gek, maar ik heb altijd moeite gehad met complimenten ontvangen. Altijd het gevoel dat het niet terecht is. Of dat er iets achter zit. Dat ligt helemaal aan mezelf, uiteraard. En standup leert me langzaam maar zeker hoe ik dit beter kan doen. 

Om te beginnen is de lach van het publiek het meest eerlijke compliment dat je kan krijgen. Lachen is spontaan en een zaal faket dat nooit. Applaus is een afspraak, lachen is een geschenk.

Maar ook als iemand na afloop tegen me zegt dat hij of zij het leuk vond, kan ik daar beter mee omgaan. Vroeger had ik enorm de neiging om te gaan relativeren. “Ja, maar het kon beter” of “Hgnn, ik maakte een fout halverwege”, dat soort reacties. Nu besef ik dat niemand dat boeiend vindt, en dat het ook totaal niet relevant is. Als iemand zegt: ‘Ik vond je optreden leuk’ gaat dit niet om hoe ik het ervaren heb, maar dat iemand blij werd van wat ik maakte. En het enige juiste antwoord is dan: “dank je wel”. 

Dat het allemaal altijd beter kan, daar heeft die persoon niets aan. Dat houd ik voor mezelf, als ik ’s avonds thuis de opname terugkijk en alsnog de pijn voel van een verhaspeling, of ontdek dat een grap eigenlijk ook tien woorden korter kan.

Hoe dan ook keek ik gisteren tijdens mijn act héél even naar mezelf van buitenaf, op het moment dat ik een grapje improviseerde en er niet alleen een lach viel maar ook een spontaan applaus. Een moment dat ik heel even hyperbewust was van het feit dat ik daar stond in een spotlicht met een microfoon in mijn hand terwijl ik een andere stad een zaal vol vreemden liet lachen. 

Een moment dat ik mezelf even de vraag stelde: “Doe ik dit echt?”

En het antwoord aan mezelf was een luid en duidelijk: “Ja. En het is geweldig!”

Reageren is niet mogelijk.