De derde optie
Ik loop door de supermarkt. Ja, ik besef dat ik vrij veel columns begin met ‘ik loop door de supermarkt’. Dat is nu eenmaal iets wat ik regelmatig doe. Ik zou ook liever schrijven ‘ik loop door Manhattan’ maar daarop is de kans op dit moment niet zo groot.
Dit in tegenstelling overigens tot een column die begint met ‘ik loop door Taipei, de hoofdstad van Taiwan’, want daar ga ik volgende week naar toe. Dit even terzijde en daar kom ik later nog op terug.
Want helaas loop ik op dit moment, aan het begin van deze column, nog gewoon door een supermarkt in Kampen. Zoals dat wel vaker voorkomt in een supermarkt, sla ik links af. Er zijn nogal wat paden om links- of rechtsaf te slaan. Niet dat de specifieke richting er op dit moment toe doet, maar ik wil even een plaatje schetsen. Supermarkt. Gangpad. Linksaf.
En als ik zo, nietsvermoedend, linksaf sla met het mandje aan mijn arm… Nee dat mandje is niet belangrijk maar hoort gewoon bij het plaatje. Wat er in zit? Ja nou probeer je me expres van het pad af te brengen. Maar goed, als je die informatie echt nodig hebt: een pak melk, een zak Lays ribbelchips Paprika (de beste chips ooit) en de ingrediënten voor een lasagna.
Oke ik zal eerlijk zijn, het zijn niet de ingredienten van Lasagna, maar van Chili con Carne. Ik had alleen geen zin om op te zoeken hoe je Chili con Carne schrijft, en dus koos ik voor het eenvoudiger en qua bereidingstijd vergelijkbare Lasagna. En nu ik toch helemaal eerlijk ben, het is geen Chili con Carne, want con Carne betekent ‘met vlees’. Mijn vriendin is vergetarier, dus dan wordt het geen con maar sin Carne: zonder vlees.
He dit loopt vreselijk uit de hand. Allemaal irrelevante informatie. Irrelevant! Ik loop gewoon door de supermarkt met het mandje aan mijn arm, gevuld met een pak melk, Lays Ribbelchips Paprika (de beste chips ooit) en de ingrediënten voor Chili sin Carne.
Een jongetje komt me tegemoet rennen. Niet dat hij mij zoekt, ik sta toevallig op een plek waar hij langs wil. Het jongetje, niet ouder dan acht, rent alsof zijn leven er van af hangt. De kans dat dit werkelijk zo is schat ik niet hoog in. Hij is blijkbaar van mening dat ieder moment dat je op achtjarige leeftijd lopend aflegt in plaats van rennend, een verspild moment is.
Hij ziet mij. Hij heeft op dit moment volgens mij een tweetal opties.
1) Hij ontwijkt mij.
2) Hij stopt
Zelfs in deze fractie van een seconde ben ik bewust benieuwd welke keuze hij maakt. Het jongetje kiest echter voor optie 3:
Hij blijft rennen. Hij heft zijn arm zodat hij daarmee zijn gezicht bedekt, en roept vervolgens ‘NEEEEEEEEEE!!!!!!!’
Ik sta perplex en stap zonder het eigenlijk zelf te willen opzij. Niet omdat ik bang ben dat een botsing met een achtjarige mij (of hem) schade kan berokkenen, maar puur omdat ik niet kan geloven dat deze optie 3 bestaat.
Het is wel een openbaring. En ik vraag me af of ik dit als man van achtendertig ook kan doen: door een supermarkt op een man met een boodschappenmandje vol chips en melk en chili ingrediënten afrennen en gewoon heel hard ‘NEEEEEEE!’ roepen.
Ik ga het zeker eens proberen.