Voorlopig onsterfelijk
Ik rij over de N50 richting Zwolle. Ik wil afslaan maar er vormt zich een file. Auto’s staan al voorgesorteerd op de vluchtstrook. Ik ga langzamer rijden om te kijken of er een manier is om er veilig tussen te komen. In de spiegel zie ik de vrachtwagen. Ik geef gas.
Het volgende moment word ik wakker. Ik verbaas me dat het zo licht is in de slaapkamer. Er is lawaai. Ik wil om me heen kijken maar iemand houdt me vast.
“Is dit een droom?” vraag ik.
“Nee, je hebt een ongeluk gehad. Je bent door een vrachtauto aangereden.”
Ik probeer het me te herinneren. Dan besef ik dat ik niet weet wie ik ben. Of waar ik naartoe ging. Waar ik woon.
“Wat is er in Godsnaam gebeurd?” roep ik.
“Luister naar me,” zegt de man die me vasthoudt. “Ik wil dat je nu goed naar me luistert. Je blijft rustig, hoor je? Stil blijven liggen.”
Uit mijn ooghoek zie ik alleen de zijkant van mijn auto. Een klein stukje rood in mijn blikveld. Mijn hoofd doet zeer. Ik voel aan mijn achterhoofd. Mijn hand zit nu onder het bloed. Ik weet weer wie ik ben. Waar ik woon. Waar ik werk.
Iemand heeft mijn telefoon in handen en vraagt me wie ze moeten bellen.
“Mijn vriendin, maar die is aan het werk.” Ik weet Goddank ook weer waar en vertel het hem.
De ambulance is er. Twee mannen in uniform helpen me op een brancard. Mijn nek wordt gefixeerd. Ik kan alleen nog maar naar boven kijken.
“Mijn iPhone!” roep ik. “Waar is mijn iPhone?”
Iemand duwt hem in mijn handen. Een van de ambulance mannen wil hem weer afpakken maar ik hou hem vast alsof het mijn reddingsboei is. Het scherm is nog heel. Gek genoeg is dat een grote geruststelling. Ik laat hem niet meer los.
Een vreemde rit volgt, waarin ik probeer een gesprek aan te knopen met het ambulance personeel. Ik maak grapjes en vraag beleefd naar hun namen. Ik krijg twee naalden in mijn arm voor infusen. Ik zeg dat ik naalden vervelender vind dan dat ongeluk.
Eenmaal in het ziekenhuis word ik binnenstebuiten gekeerd. Foto’s. Hersenscan. Mijn vriendin is er gelukkig. Nu al, denk ik. Hoe laat zou het zijn?
Alle tests zijn afgerond. De hersenscans laten niets vreemds zien. Ik kan voortaan naar die onderzoeken verwijzen als mensen denken dat ik vreemd ben. “Echt niet! Ik ben getest!”
Ik moet een nacht blijven. Kan ik nog net een lekkere ziekenhuismaaltijd meemaken (“koe loe yuk” maar meer “koe loe yeuch”).
Eenmaal thuis begint het herstellen. Hersenschudding, zei de Neuroloog. Thuis komt ook de emotie pas echt los. Bij mij en mijn vriendin. Langzaam komt het besef dat het ook anders af had kunnen lopen. En tot mijn verbazing realiseer ik me dat de clichés waar zijn. Opeens zijn een heleboel dingen waar ik me druk over maakte niet belangrijk meer. En anderen juist wel.
Inmiddels ben ik een stuk beter, maar nog steeds enigszins geschud. Mijn brein is wat traag. Ik ben snel moe. Maar volgens mijn vriendin ‘voorlopig onsterfelijk’.
7 gedachten over “Voorlopig onsterfelijk”
Mooi geschreven :).
@Luke Dank je 🙂
Sterkte met je herstel, ben blij met je terug keer hier en op Bashers.nl
@Bas dank je. Ben ook blij dat ik weer kan schrijven. Was alsof mijn handen vastgebonden zaten.
Aaaah dit klopt nog wel ja, ik sprak je nog op twitter toen dit gebeurde. Maar goed dat er verder niets was.
Geweldig geschreven; wat een talent!
En ik heb het voordeel dat ik je nog glashelder kan herinneren van de Lage Waard (HAVO). Dus ik hoor je dit verhaal eigenlijk vertellen; ik kan me je stem nog kraakhelder voor me halen.
hartelijke groet!
Jan Willem
Reageren is niet mogelijk.