Mrugh!

Mrugh!

Ik loop door de supermarkt met mijn oortelefoon in. Ik luister graag naar een podcast tijdens het boodschappen doen, dat leidt tenminste een beetje af. Terwijl ik door een van de gangpaden loop, zie ik een klein jongetje naar mij kijken. Hij lacht, wijst opgewonden naar me en zegt:
“Kijk eens papa! Die meneer is mrugh!”
Natuurlijjk zei hij geen ‘mrugh!’, maar dat laatste woord versta ik niet door de stemmen in mijn oor van de eerdergenoemde podcast. De vader kijkt naar me en glimlacht, waarna hij verder gaat met zijn boodschappen.
Ondertussen probeer ik het geluid van het jongetje te decoderen. Het klonk eigenlijk wel als ‘mooi’. Maar dat is meer verontrustend dan vleiend. Wat voor jongetje van, pak em beet 10 jaar, zegt over een wildvreemde man dat ie ‘mooi’ is. Zijn vader ziet er bovendien uit als het type met tatoeages en een lidmaatschap van een voetbalsupporters vereniging, en ik kan met niet voorstellen dat een dergelijke opmerking enkel een minzame glimlach oplevert.
‘Lang’ dan? Het zou ook ‘lang’ kunnen zijn. Ik kijk naar zijn vader en zie dat die net zo lang is als ik. Bovendien ben ik met mijn een meter negentig nou niet een opvallende kolos.
‘Dik’? ‘Groot’? ‘Harig’? ‘Kalend’? ‘Grappig’? ‘Leuk’? Ik probeer het ‘mrugh’ geluid in mijn herinnering te analyseren, als een sample dat ik keer op keer afdraai. Ik kom er niet uit.
De optie om het aan het jongetje te vragen wijst het rationele deel van mijn brein meteen af. Het moment om dat zonder vreemde blikken van omstanders te doen is inmiddels gepasseerd. Er is immers een ongeschreven regel dat je binnen dertig seconden ‘wat zeg je’ moet zeggen, anders wordt het creepy.
Ik kan het ook niet aan de vader vragen, want hoe ik het in mijn hoofd ook afspeel: het komt er nooit onschuldig nieuwsgierig uit. Terwijl ik echt enkel nieuwsgierig ben.
Tijdens het verzamelen en afrekenen van mijn boodschappen besef ik dat ik nooit zal weten wat ‘mrugh’ is. Ik zal er mee moeten leven dat er ergens in mijn woonplaats een jongetje woont die mij heel erg ‘mrugh’ vindt, met een vader die het daar blijkbaar mee eens is.
Mijn naam is Harry en ik ben mrugh. En voortaan zet ik mijn volume lager.

Reageren is niet mogelijk.