Beren
Er zijn momenten dat ik het even niet meer weet. Als het schrijven van een nieuw boek even niet helemaal gaat zoals het moet. Dan komt er iets als dit uit mijn vingers:
Er waren eens drie beren. Ze woonden in een mooi vrijstaand huis in het midden van het bos, wat voor beren zeer ongebruikelijk was. Beren hebben over het algemeen de voorkeur voor de binnenstad. Dat heeft te maken met de nabijheid van belangrijke eerste levensbehoeftes zoals de slager, de supermarkt en de coffeeshop. Het is misschien niet politiek correct om te zeggen, maar het percentage blowende beren is onrustbarend hoog. Veel hoger dan gemiddeld.
Hoe dan ook, deze drie beren ware clean. Of zeg maar gerust fobisch bang voor viezigheid. Dit maakte het ochtendritueel een eindeloze herhaling van poten wassen, tot er bijna geen vacht meer op zat. Waarop de drie beren panisch probeerden al die haren uit het gootsteenputje te vissen, gevolgd door opnieuw een ronde van poten wassen.
Het mag een wonder heten hoe deze drie beren ooit iets gedaan kregen. Toch wisten ze een aardig inkomen te verwerven met hun broodjeszaak.
Deze zaak bloeide in de loop der jaren op tot een groot succes, tot de jongste beer het niet meer zag zitten.
“Ik stap er uit!” zei de jongste beer. De twee oudere beren waren erg teleurgesteld, maar begrepen zijn beslissing. “Het was ook geen gezicht,” zei een van hen. “Drie beren die broodjes smeren.”
Vanaf dat moment ging de zaak met de naam “de Beren Brood” door als tweebeerszaak.
Geloof het of niet, de filmrechten van dit familiedrama zijn nog niet verkocht.
Eén gedachte over “ Beren”
Hi hi hi, ha ha ha…
Reageren is niet mogelijk.