Geert en de file

Geert en de file

Op zich heb ik niet zo’n bezwaar tegen files. En dat zeg ik niet omdat ik er zo weinig in sta. Daar heeft het niets mee te maken. Ik kan me gewoon best voorstellen dat er af en toe een ongeluk gebeurt, of dat de een of andere ambtenaar besluit dat die werkzaamheden beter in de spits kunnen worden uitgevoerd. Of te veel mensen die ergens heen moeten waar ze niet willen zijn, en daarom met zijn allen dezelfde afslag moeten volgen. Maar geef me in Godesnaam een REDEN dat ik stil sta. Zet even een stoplicht neer, of een paar uitgebrande autowrakken. Er is niets erger dan een half uur stapvoets vooruit rollen, om op een gegeven moment te ontdekken dat je weer vol gas mag. Zonder dat er iets te zien was. Zonder zelfs maar het begin van een afslag of knooppunt. Geen remsporen, geen rijtje bejaarden in te grote auto’s met het rechter knipperlicht nog aan. Gewoon helemaal niets. Er moet dus iemand zijn geweest die eigenlijk gewoon door kon rijden, in zijn spiegel keek en dacht ‘ach, kan mij het schelen’. Waarop hij de rem intrapte.

Ik wind me er niet al te veel over op. Zoals ik al zei zit ik te weinig in de file om daar echt over te mogen klagen. Bovendien geeft zo’n file me de tijd om me af te vragen wat er mis is met ons als menselijke soort.

En dat brengt me als vanzelf op Geert Wilders. Want hoewel ik er niet van houd om Nederlandse politiek in mijn schrijfsels te laten doorsijpelen, kan ik daar vandaag niets aan doen. Ik heb met open mond van verbazing gekeken naar het optreden van Wilders tijdens zijn ‘verjaardagsdebat’. Anderhalf uur lang hield de man de Tweede Kamer in de greep met de ene anti-Koran en anti-Islam opmerking na de andere. En daar was ik van onder de indruk. Diep. Want zo lang kan ik niet achter elkaar masturberen zonder dat het zeer gaat doen.

Dat was namelijk het enige woord dat naar mijn mening omschrijft wat Wilders deed. Masturbatie. En hoe vaker hij het had over de Islam, de Koran en die ‘laffe, knettergekke’ Nederlandse politiek, hoe verhitter hij keek. Hij zakte na afloop dan ook uitermate bevredigd in zijn stoel en het had me niet verbaasd als hij meteen daarop een sigaret had opgestoken.

Zijn grootste opwinding kwam voort uit het feit dat minister Vogelaar had gezegd dat de Nederlandse cultuur niet statisch is. Nou, inderdaad, dat is landverraad. Nederland is nu toch precies hetzelfde als dertig jaar geleden? Of vijftig jaar? Of honderd jaar? Ik weet zeker dat de Batavieren ook al zeurden dat de pindakaas bij de Albert Heijn sinds de Euro twee keer zo duur is. Nee, die Nederlandse cultuur is altijd zo geweest en moet altijd zo blijven. En dat is helemaal niet fundamentalistisch om zo te denken. Nee, dat is ‘de Nederlandse cultuur verdedigen’. Dat heeft niets met extremisme te maken. Ben je belazerd.

Met open mond keek ik toe. En tot mijn onuitsprekelijk afgrijzen zag ik vanmorgen de peilingen aangeven dat Wilders, indien er vandaag verkiezingen zouden zijn, 13 zetels zou scoren. Er zijn dus veel meer domme mensen in Nederland dan zelfs ik had vermoed. En ik heb zowel telemarketing als helpdesk werk gedaan, dus geloof me dat ik weet hoe dom mensen kunnen zijn.

Het is een angstige gedachte, maar het verklaart wel de mysteries waarmee ik mijn verhaal begon. Kennelijk zijn er mensen die denken dat het ‘schande’ is om te beseffen dat cultuur met de dag verandert. Die denken dat het verbieden van de Koran een ‘goed idee is’, en dat dat ‘heel wat anders is’ dan de Bijbel of de Talmud verbieden. En dat remmen op een verder lege snelweg ‘gewoon moet kunnen’.

Reageren is niet mogelijk.