Apestaartje

Apestaartje

We lopen door Amsterdam in de richting van de Zeedijk en passeren een jonge vrouw die mobiel belt. Op luide toon, maar met een oh zo geduldige stem.
“…de Y. Nee niet de IJ. Niet met puntjes… Niet met puntjes… De Griekse Y. De Y. Nee niet met puntjes. De Y. Ja, de Y. En dan het Apestaartje. Apestaartje. Nee, mam. Apestaartje. Nee, niet het woord Apestaartje.
Het Apestaartje. Nee mam. Nee het maakt niet uit hoe je dat schrijft. Nee dat maakt… Dat maakt niet uit… Ja het is met en A maar dat maakt…
Nee mam, gewoon het Apestaartje. Op je toetsenbord… Het is een A met een rondje er omheen… Een rondje… Een A met een rondje er omheen. Het Apestaartje…
Ja eerst de Y. Zonder puntjes. En dan het Apestaartje. Een A met een rondje… Een rondje… Om de A… Ik geloof boven de ‘1’… Control en 1. Control… Control… Dat is een toets. En dan de ‘1’. Tegelijk… Dan krijg je een Apenstaartje…
Doet het niet? Je moet ze tegelijk… Nee… tegelijk… Control en 1… Nee? Nou kijk even goed… Ja? Okay… Y, dan Apestaartje. Dan Hotmail…
Hotmail… Een H… Een O… een T… dan Mail… Gewoon Mail. Van E-mail… Nee niet bakmeel… Met A I. Dan een L. En dan punt…
De punt… De punt… Gewoon de punt… Rechtsonder geloof ik… De punt… Ja. Com. Met een C. Nee mam… Ja. Met een C… Een O… Een M… Ja… lees het effe terug…
Apestaartje… Ja… Punt… Com… Ja… En dan naar beneden… Voor het bericht… Ja…”
Het duurt geruime tijd voor we buiten gehoorsbereik zijn. Ik heb al tijden geen moeite meer gedaan om mijn lachen in te houden. Mijn vriendin kijkt me dan serieus aan. “Wel knap dat ze zo geduldig is. Jij was al lang ontploft aan de telefoon.”
Ik wil haar tegenspreken maar bedenk me.
“Ja,” geef ik toe.

Reageren is niet mogelijk.