Veel te veel keus

Veel te veel keus

Ik zit in de kroeg met een aantal voornamelijk jonge mensen. Voor de grap oppert iemand “Het is zo gezellig, zullen we het over politiek hebben?”.
En dat lijkt me een geweldig idee. Want als ik denk aan gezelligheid, denk ik aan politiek.
Na een of twee ongemakkelijke grappen over die en die politicus, wordt een van de aanwezigen opeens heel serieus. Het is een jonge man, twintiger, en (echt waar) een hele aardige gozer.

“Ja ik ga dus écht niet stemmen,” zegt hij. “Ik pieker er niet over. Ik vind dat zo’n onzin! Er is gewoon veel te veel keus!”

Ik staar hem aan en wacht op de punchline. Maar hij gaat verder.
“In Amerika kun je gewoon uit twee dingen kiezen. Dan is er wat te kiezen. Ik heb echt geen zin om al die partijprogramma’s te lezen. En het maakt toch niet uit.”

Een jonge vrouw bij ons aan tafel kijkt net zo geschokt als ik. “Dan kun je toch de kieswijzer doen?”
“Ja hallo!” roept hij, nu op stoom, “ik wil zelf beslissen, ik ga zo’n site niet voor me laten denken…”
Ik merk dat mijn mond al enkele seconden open hangt en dat ik hem met opengesperde ogen verbijsterd aanstaar.
“Maar met die kieswijzer heb je in elk geval een idee wat er bij je…” probeert de jonge vrouw.
“Nee. Nee. nee. Ik vind het gewoon onzin. Ik ga niet stemmen.”

“Maar,” zeg ik, “je kiest in Nederland een partij die het beste bij je past, zodat jouw denkbeelden en gevoelens vertegenwoordigd zijn.”
“Maar dan heb je toch nergens invloed op!” zegt hij. “Dan weet je toch niet wat er uiteindelijk besloten wordt!”
Mijn poging om uit te leggen dat dit twee verschillende dingen zijn, en dat je alleen geen invloed hebt als je niet stemt, verdrinkt in een koppig nee-schudden en een toegenomen ongemakkelijkheid aan tafel.

Er is ook geen ingang. Er is hier een beslissing genomen waar niemand iets aan kan veranderen. Het is nu eenmaal zo.
Het gespreksonderwerp verandert al snel in iets minder ongemakkelijks (sex, drugs en Patricia Paay) en het blijft gezellig.
Toch blijft het bij me hangen: het gevoel dat er mensen zijn die er echt van overtuigd zijn dat stemmen geen zin heeft. Dat het te moeilijk is. Dat verkiezingsbeloften toch niks betekenen.
Het probleem is, dat het inderdaad ingewikkeld is. Dat we inderdaad nooit helemaal onze zin krijgen na de verkiezingen. Dat partijen uiteindelijk allemaal compromissen moeten sluiten om dingen gedaan te krijgen.

Het is ook moeilijk om dat te bevatten. Moeilijker nog, is te accepteren dat we beter af zijn als iedereen een beetje zijn zin krijgt, in plaats van één groep helemáál zijn zin.

Nederland is als een groepje collega’s die samen een restaurant moeten uitzoeken. Dan kies je samen de plek waar de meeste mensen iets lekkers kunnen eten. Dan laat je niet de hele groep domineren door ofwel de McDonalds-factie ofwel de veganisten.

Want dat is wat er gebeurt als je twee partijen hebt. Alles of niks. Dan is ‘een beetje’ toch beter, vind ik.

Reageren is niet mogelijk.